Het bericht van de gesloten scholen voor meisjes in Afganistan houdt mij al dagen bezig. Islamabad, 17 jan. In Mingora, de hoofdstad van het Pakistaanse district Swat, zijn gisteren de scholen gesloten omdat meisjes er geen onderwijs meer mogen volgen. Hiermee gehoorzaamden de scholen aan een opdracht van mullah Fazlullah, de moslimfundamentalistische leider die de Swat-vallei steeds verder ‘talibaniseert’.
Elkaars mening respecteren is voor mij een belangrijk uitgangspunt. Maar de gelijkheid van man en vrouw ook. Het opkomen voor kwetsbare, de zwakkeren ook. Ook ben ik er van overtuigd dat je je eigen mening niet aan anderen kan opleggen. Maar wat moet ik nu met de meisjes in Afganistan? Ik gun hen zo de eigen keuze die hen wordt ontnomen.
Ik probeer mij met zo veel moeite te verplaatsen in een mullah, wat gaat er dan door je heen als je een school vol met ijverig lerende meisjes ziet? Ook vraag ik mij af in hoeverre mijn eigen dochters een eigen keuze hebben? Voor je het weet verkondigen ze hun vriendinnetje op de achterbank de mening die ik zelf ook heb.
Ik ben overtuigd van mijn gelijk, maar dat is de mullah ook. Goed, ik gebruik geen geweld om mijn mening aan anderen op te leggen, maar daar zal de mullah ook wel een goed verhaal voor zich zelf over hebben. Sinds wanneer moeten onze meisjes eigenlijk naar school? 1 januari 1901: “Dochters mochten ook thuis blijven om het gezin te verzorgen.”
Moeten wij deze generatie moslimmeisjes in de steek laten of gaan wij een (vermoedelijk kansloze) kruistocht voeren? Laten wij een list verzinnen, gratis laptops en Internet voor de regio misschien?